De Bossche Boom

In de geschiedenis staat geschreven dat het reglement in 1605 werd goedgekeurd door De Groote Gulde van den Handboge te ’s-Hertogenbosch, en daarom mocht het gilde de Bossche Boom dragen op het gildetenue.Deze boom maakt deel uit van het wapen van Den Bosch dat Hertogin Johanna van Brabant in 1356 aan de stad verleende.

Dankzij dit symbool op de kleding konden de hertogen, als er wat aan de hand was, snel de troepen herkennen die hen steunden.Volgens de Caert moesten de Schutters op de dag van Sint Antonius en Sint Sebastiaan op een door de Koning en de Dekens te ordonneren uur in de voormiddag te kerke samenkomen in hun schuttershabijt of in door de schutterij gekozen kleding met de boom van de Stad ’s-Hertogenbosch op de mouw. De gildeleden dragen de Bossche Boom nog altijd op hun kostuum. Sint Antonius – Sint Sebastiaan is, voor zover bekend, het enige gilde dat dit symbool mag voeren.

Het dragen van de Bossche Boom was dus eigenlijk een verplichting en een uitdrukking van trouw aan de hertogen en aan de Spaanse Koning. Overigens moesten de gildebroeders, volgens de Caert, elk jaar opnieuw hun eed van trouw afleggen voor God, Koning en Vaderland.